De gevolgen van de verhoging van de accijns op diesel en lpg blijken “nog desastreuzer uit dan gedacht.” Dat zeggen de bond voor autohandelaren (Bovag) en de belangenvereniging voor pompstations (Beta) dinsdag. Tankstations zouden in 2014 zo’n 8 procent minder diesel en zelfs 23 procent minder lpg hebben verkocht.
Vooral transportbedrijven tanken voortaan liever over de grens. “De laatst bekende cijfers van het CBS tonen aan dat er voor het wegverkeer in de eerste tien maanden van 2014 landelijk al 453 miljoen liter diesel en 96 miljoen liter minder LPG werd getankt dan in dezelfde periode het jaar ervoor”, aldus Bovag en Beta in een gezamenlijke verklaring.
Door de teruglopende brandstofverkopen zouden vooral pomphouders in de grensstreken in de problemen raken. “In de eerste maanden van 2014 noteerden tankstations langs de Duitse of Belgische grens al verliezen van gemiddeld 30 procent op de dieselafzet, met uitschieters tot 70 en 80 procent”, klagen de belangengroepen.
Veel banen op de tocht
De pomphouders in het grensgebied gebruikten lpg en vooral diesel als concurrentiemogelijkheden ten opzichte van hun buitenlandse concurrenten. Dit omdat benzine al sinds jaar en dag veel zwaarder wordt belast dan in het buitenland. Doordat de verhouding tussen Nederland en het buitenland door de accijnsverhoging nu ook bij diesel en lpg scheef zijn, moeten pomphouders steeds vaker grijpen naar noodmaatregelen. Zij moeten bijvoorbeeld “interen op hun eigen vermogen, personeel ontslaan, ombouwen naar een onbemand station of de openingstijden aanpassen.”
Bovag en Beta staan al langer bekend als tegenstanders van de accijnsverhoging. De organisaties staan aan de wieg van de Stichting Accijnsclaim Pomphouders, die compensatie eist voor de negatieve gevolgen van de accijnsverhoging. De stichting staat dinsdag met twee pomphouders voor de rechter om de rechtmatigheid van de accijnsverhoging aan te vechten.